5-3 gewonnen, kampioen, voor de eerste keer in ruim tien jaar (Seizoen 1998/99). Prachtig toch? Of niet?
De Soestenaren (onze tegenstanders) merkten gisteren in het lentezonnetje terecht op dat wij, de doorgaans vrolijke Soppers, veel minder blij oogden dan toen we ons enkele jaren geleden bij hun op de slotdag handhaafden. Toen was de vreugde ongekend, de roes en katers eveneens. Maar nu? Ingetogen vreugde, angstige blijdschap. De grote vraag was en is namelijk: wat gaan we doen in die eerste klasse?
Het kampioenschap heeft nu al tot de nodige stress geleid. Hoe gaan wij aan tien borden de eerste klasse in, met minder dan twintig leden waarvan er slechts 11 actief zijn? Moeten wij een advertentie in een krant plaatsen (Leuke club zoekt goeie schaker). Moeten wij desnoods actief gaan ronselen?
Gelukkig blijven wij altijd rustig. De noodscenario’s liggen klaar en de boodschappen doen we in mei wel. Eerst eens lekker genieten van het feit DAT we überhaupt eersteklasser zijn geworden. Een historisch moment waarbij vreugde en een feestje past. Dat feestje gaan we binnenkort heus vieren, misschien wel meer dan één.
Maar eerst de wedstrijd zelf. 28 (vakantie in China, maar dankzij de IJslanders nog niet vertrokken…) mocht vooruitspelen tegen Bram Otto (met sportieve dank aan Soest) en hij won eigenlijk zonder noemenswaardige problemen. Dat betekende een 0-1 voorsprong. Op de speeldag zelf ging het lang niet zo gemakkelijk. Soest is sterker geworden de laatste jaren. We hadden De Haan en Helgason aan 1 en 4 verwacht, maar dat was niet zo. Zij zaten aan 4 en 5. Hierdoor moest IM 10 het aan het eerste bord opnemen tegen De Jongh, een talent uit de Soester kweek. De jongeman steeg tot grote hoogten door de zelden verliezende 10 met zwart te verslaan. Ondertussen had 44 een op het oog vervelende stelling remise gemaakt tegen Weenink, terwijl de strijd aan de andere borden verre van duidelijk was. 12 en 31 stonden respectievelijk goed en prettig, 99 stond een tikje beter maar waarschijnlijk niet voldoende voor de winst en 19 en 88 stonden respectievelijk minder en zeer onduidelijk.
Uw teamcaptain bleef gematigd optimistisch. Hij wist dat aan de borden twee en drie wel een verrassingspunt zou vallen, ook nadat Marcel inderdaad had opgegeven. Gelukkig maakte 12 zijn in grote stijl opgezette partij tegen Helgason knap af, waarmee hij een heuse scalp pakte. Immers, de IJslander (We need your cash but you gave us ash, hoorde ik gisteren in de speelzaal iemand zeggen) verliest zelden of nooit. Dus 12 mag met recht trots zijn! Onze man uit vorm (sorry Johan) maakte zijn seizoen uiteindelijk helemaal goed. Hij was het (en niemand anders!) die voor het beslissende punt zorgde. Om 17:22 uur gaf Molenaar op, waarmee Johan voor 4,5-2,5 tekende. (Botje had net remise gespeeld tegen De Haan). Daarmee mag hij de Kampioenschapspuntwisselbekerbokaal overnemen van zijn vriend Eddy, die deze iets meer dan tien jaar in zijn bezit heeft gehad. Waar een kampioenschap allemaal niet goed voor is! Uiteindelijk maakte Dinand nog remise in een toreneindspel met twee pionnen minder, waarmee hij op 7,5 uit 9 kwam. Volgens mij zijn alle Soppers sowieso tevreden over hun individuele scores (ook Johan, hij heeft de beker), met uitzondering wellicht van de technische staf, die driemaal moest invallen met een overduidelijke score (0 uit 3).
We kozen bewust niet voor champagne (We zijn een volksclub en dan drink je bier) en het werd tijdens het eten ongetwijfeld laat en gezellig. Een excuus aan de aanwezigen is vanaf deze laptop (nogmaals) op zijn plaats: ik kon zaterdag om diverse redenen niet mee uit eten. Zoek er niet te veel achter, maar het leven heeft (soms) meer te bieden dan kampioensdiners bijwonen, dat is niet anders. Een van de hoofdredenen is het kinderpartijtje voor elf- en twaalfjarigen dat hier in de hoofdstad over enkele uurtjes losbarst, hetgeen mij bij de voetbaluitslagen van zaterdag brengt (mooi bruggetje): veel gelijke spelen, want Maarten, Samuel en Ivar speelden 3-3. De wedstrijd van Ivar werd ontsierd door een heuse vechtpartij. Broer Kjell speelde 4-4 en alleen Roemer kwam tot winst, 4-1. De uitslag van zijn broer Wisse is bij de redactie onbekend gebleven.
Straks met de kinderen naar Ajax-Heracles. Het zal mij benieuwen. Het seizoen zit erop, ik ben blij met het kampioenschap, maar er ontstaat nu ook een vreemde leegte. Dat toch wel.
Ik dank Paul en Arnth voor hun hulp in Amsterdam (zij hebben KC in de gaten gehouden), en Eddy en Feike voor hun aanwezigheid in Soest. We moeten nu op zoek naar nieuwe Soppers. En als we daarin niet slagen, zijn wij ineens degradatiekandidaat geworden. Elk nadeel heb zijn voordeel, want volgens mij is het vieren van een degradatiefeest ook heel leuk (SOPSWEPS’29 is nog nooit in zijn historie gedegradeerd). Kortom, het leven is mooi.
Uw teamcaptain
zondag 18 april 2010
Kampioen, maar wat nu??
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Dat SOPSWEPWS '29 voor de zevende keer kampioen zijn geworden in mooi, maar wellicht bijzonder is dat we daarnaast nog nooit gedegradeerd zijn.
Waarschijnlijk ging Koningsclub Bergen de club daarin voor, dat weet ik niet zeker, maar de vraag is of er ook clubs zijn die niet door drugsgeld gefinancierd werden dat ooit gepresteerd hebben.
Wie zoekt dat even uit?
11:32 en dan al zoveel taalfouten. Is een van onze fans/leden een ochtenddrinker?
Een reactie posten